Coalities voor de Energietransitie: Samen leren veranderen
Onlangs heeft Connect4Value een training mogen verzorgen aan een groep jonge professionals van Talent voor Transitie, die streven naar vernieuwing en verduurzaming van ons energiesysteem. Ze volgden een speciaal ontwikkelprogramma, naast hun functie binnen de energiesector. Doel van de training was de groep kennis te laten maken met ‘coalities bouwen’:
- Wat betekent dit?
- Wie zijn de verschillende stakeholders en belanghebbenden binnen de energiesector?
- Wat drijft hen?
- En hoe kunnen we door samenwerken, draagvlak en verbinding creëren zodat we de energietransitie kunnen versnellen?
Samenwerken voor een gezamenlijke maatschappelijke uitdaging als de energietransitie, is anders dan samenwerken voor bijvoorbeeld het optimaliseren van een operationele keten. Hoe groter het vraagstuk, hoe meer onduidelijkheid en onzekerheid er voor de samenwerkende partijen is. Niet alleen over de gewenste oplossing, maar ook over de nieuwe en gewenste onderlinge relaties en afhankelijkheden. En soms zelf over het vraagstuk zelf. Spelers binnen de energietransitie geven aan dat angst een steeds grotere rol lijkt te spelen. En dat heeft invloed op de samenwerking.
De Energie Transitie
Onze energietransitie gaat over meer dan de overgang van fossiele energievoorziening naar het gebruik van duurzame(re) energiebronnen als wind, zon en water. Het gaat ook over zuiniger energieverbruik en andere, vaak decentrale, organisatievormen voor de opslag van energie. Over termen als ‘duurzaam’, ‘energieneutraal’ en ‘zuinig’ bestaan in de maatschappij ondanks de vele rapporten en akkoorden verschillende visies en perspectieven. Om maar niet te spreken over de vraag met welke doelstellingen en aanpak het bereikt kan worden.
De verschillende perspectieven komen voort uit de verschillende posities en belangen die de diverse groepen in de maatschappij hebben. De realisatie van een nieuw energie-ecosysteem vergt inzet van bedrijven, burgers en overheid om zich aan te passen aan een nog vrij onbekende toekomst. Een verandering naar een situatie waarin bestaande kennis en expertise, werk- en denkwijzen en gedrag, dat jaren voor succes heeft gezorgd, opeens niet meer voldoende blijkt te zijn voor de toekomst.
Posities van dominante spelers
Volgens TNO[1] beschikt Nederland over een sterk gespecialiseerd energiesysteem waarin aardgas en aardolie een dominante rol spelen, fossiele brandstoffen dus. Het economische belang van ons huidige energiesysteem hangt sterk samen met de winning van gas uit eigen bodem en de grootschalige invoer, raffinage en export van aardolie(producten).
Figuur 1 Energieverbruik naar energiesoort
Het belang is niet alleen in inkomsten, circa 20% van de staatsinkomsten is gerelateerd aan het huidige energiesysteem, maar ook in werkgelegenheid en afhankelijkheden voor aanverwante bedrijfstakken. Zo heeft de overheid een groot belang de transitie niet abrupt te laten verlopen, wil ze de economische stabiliteit waarborgen. Niet verrassend, maar wel reden voor discussie, is het onduidelijk wat de energietransitie ons zal gaan kosten[2]. Ook is er een politiek belang: Inwoners van energiebron laten veranderen, die vaak nog niet de noodzaak of het moment tot overstappen zien, kan niet zomaar afgedwongen worden. Er zal rekening gehouden moeten worden met de consequenties die voor hen spelen, zoals aanpassingskosten, keuzemogelijkheden t.a.v. leveranciers en de uiteindelijke prijs. Daartegenover staat echter de belofte aan het Klimaatakkoord van Parijs, waarin de overheid zich gecommitteerd heeft aan ambitieuze en noodzakelijke doelstellingen om onze aarde leefbaar te houden.
De inrichting van de productieketens, het grotere netwerk en de bedrijfsmodellen van bestaande marktpartijen in de energiesector, van energieproducenten, -leveranciers, netwerkbeheerders tot installatiebedrijven en ICT- en kennisinstellingen, voldoen niet meer vanuit een duurzame visie op energie. Maar wat te doen wanneer je als organisatie jarenlang geïnvesteerd hebt in het zo efficiënt en effectief mogelijk maken van energievoorziening via fossiele brandstoffen? In de investeringen die gedaan zijn in innovaties en het bouwen en onderhouden van een samenhangend netwerk van partners? Om voor je klanten de betrouwbaarheid van je dienstverlening zo hoog en kosten zo laag mogelijk te houden?
Figuur 2 Voorbeeld speler in de energieketen
Niet verrassend is weerstand te verwachten van de vaak sterke partijen die hun macht, geld, belangen en ook waarheid ontlenen aan het huidige systeem. Verworven rechten kwijtraken is voor niemand prettig. Bovendien leggen de langetermijnbelangen het gemakkelijk af tegen kortetermijnbelangen. Want waarom zo’n grote verandering aangaan wanneer je klanten nauwelijks behoefte hebben iets te willen veranderen aan deze, voor velen, low-involvement voorziening? Maar het blijven wijzen naar de ander als startpunt voor verandering, houdt de vicieuze cirkel alleen maar in stand.
Figuur 3 Ons toekomstige energiesysteem?
Daarnaast helpt de traditionele werk- en denkwijze waarop dit gehele systeem tot stand is gekomen de spelers nog niet mee. Zowel vanuit het bedrijfsleven als de overheid is top-down denken en handelen traditie in de decennia lange opbouw van het huidige systeem. Van innoveren en ketensamenwerking voor marktpositie en marktmacht, naar samenwerking voor maatschappelijk belang is een hele transitie. De eigenlijke transitie. Een verandering waarin macht en posities kunnen verschuiven. Waar je als zittende organisatie en CEO een rol en positie kunt krijgen, die er wellicht minder aantrekkelijk uitziet als je huidige.
Tussen wat was en wat zal zijn
Sommigen vinden het klimaatakkoord lang niet ambitieus genoeg, anderen wijzen juist op de grote uitdagingen, op de additionele kosten en de vrees voor aantasting van onze internationale concurrentiepositie. De energietransitie werkt naar een toekomstvisie die we samen nog aan het vormgeven zijn. Niet verrassend zijn spelers verdeeld over de invulling, welke rol ze moeten pakken en dat beleidsmakers, ondernemers en particulieren aarzelen over de keuzes die ze moeten maken en de snelheid waarmee ze dat moeten doen.
Het belangrijkste is dat we gestart zijn. Dat we de transitie van een fossiele naar duurzame energievoorziening hebben ingezet, met alle veranderingen en onzekerheden die daar bij (gaan) komen. Elke grote verandering begint immers bij een kleine stap. We zijn er nog niet, maar we kunnen, en willen, ook niet meer terug. Welkom in wat antropologen de liminaliteit noemen. De fase tussen ‘niet meer’ en ‘nog niet’. De fase waarin we onze toekomstvisie samen vorm aan het geven zijn en samen aan het leren veranderen zijn.
Figuur 4 Samen leren in de liminaliteit
De angst waarover betrokkenen binnen de energietransitie spelen wijst erop dat we onderin de U van de leercurve zitten. Een cruciale fase, want de kans op afhaken of afwijzen door partijen is groot. Door met andere spelers in contact te blijven, samen te experimenteren en elkaar te steunen kunnen we de duurzame toekomst creëren die we wensen. Hiervoor moeten we op een manier leren samenwerken die we traditioneel niet zo gewend zijn. Een manier waar openheid en vertrouwen een grotere rol spelen dan voorheen. Hiermee gaat de energietransitie meer over verandering van onszelf dan over innovatie. Zet door, blijf openstaan voor het perspectief van de ander en heb geduld. Dan komt die energietransitie er wel.
Kan jullie coalitie of partnership wel wat ondersteuning gebruiken?
Neem contact met ons op voor meer informatie en de mogelijkheden te bespreken.
[1] https://www.tno.nl/media/3063/naar_toekomstbestendig_energiesysteem_nederland_tno_managementsamenvatting.pdf
[2] https://nlslash.nl/mwenb/De_kosten_van_het_energieakkoord.pdf