Nieuwe economie
De uitdaging
De Covid-pandemie is nog niet beslecht, of de wereld houdt haar adem in bij de volgende mondiale crisis van oplopende geopolitieke spanningen door de stappen van een enkele autocratische leider. Er laaien overal in de wereld branden op of er overstromen gebieden waar we het nooit van hadden gedacht. Inmiddels is het volgens het IPCC al een tijd ‘Code Rood’ voor de gezondheid van onze planeet.
Ondertussen groeit de kloof tussen arm en rijk in de wereld en is de vermogenskloof in Nederland groter dan gedacht. Hierdoor verdwijnt de zo broodnodige middenklasse waardoor onze samenleving polariseert. Deze scheefgroei maakt een democratie kwetsbaar. De oprukkende digitalisering zet de toch al broze balansen in bijvoorbeeld marktdynamieken, arbeidsverhoudingen, informatievoorziening en sociale verbondenheid verder onder druk.
Niet vreemd dat de gemiddelde mens zich wel eens afvraagt welke toekomst er voor onze kinderen is. En hoe we weer vertrouwen in elkaar kunnen krijgen om die samen vorm te geven. We hebben niet overal invloed op, maar veel van de grote vraagstukken en uitdagingen van deze tijd hebben een gemeenschappelijke oorzaak waar we wel wat aan kunnen doen: ze komen voort uit de manier waarop we onze economie hebben vormgegeven.
Economisch systeem
Ons economische systeem is het (on)zichtbare pakket aan afspraken, spelregels, denken en doen dat veel van ons leven bepaalt. Het zit ingesloten in instituties, in onze wetgeving, in werkwijzen en verslaglegging. In onze arbeidsmarkt, maar ook in ons onderwijs, in de zorg, onze cultuur en in hoe we onze kinderen opvoeden. Economie gaat over wat we van waarde vinden, over ons gedrag deze waarde te verkrijgen en onze behoeftes te vervullen. Het gaat dan over welke keuzes we maken, hoe we tot die beslissingen komen en hoe we vervolgens handelen om die waarde te creëren. Keuzes en handelingen waarmee we onze samenleving en toekomst vormgeven.
Aan de keuzes die we tot nog toe gemaakt hebben, liggen veelal algemeen geaccepteerde, neoklassieke economische principes ten grondslag, zoals het bruto nationaal product (BNP), winstmaximalisatie, groei, efficiëntie en financiële kosten-batenanalyses. De centrale waarde waar het binnen onze huidige economie om gaat is het creëren van financiële waarde, geld dus.
De focus op het vergaren van geld en rijkdom, mede voorkomend uit de mindset van wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, heeft ons land tot ongeveer de jaren ’70 van de vorige eeuw veel gegeven. Feit is echter wel dat deze toegenomen welvaart tot stand is gekomen toen we economische groei hebben gebruikt om te investeren in onze collectieve instellingen, zoals gezondheids- en onderwijssystemen. Toen er regelingen en afspraken in Nederland waren waardoor werkgevers en hun personeel deelden in de welvaart en rijkdom die ze samen creëerden. En toen de groei gericht was op het creëren van reële waarde en het opbouwen van kapitaal en buffers ten dienste van innovatie en productie. Echter, sinds 1970 belasten we onze planeet steeds ook steeds zwaarder door de groei van de wereldbevolking en van onze consumptie. In 1972 werd in het beroemde rapport ‘Limits to Growth‘ (Grenzen aan de Groei) berekend wat exponentiële economische en bevolkingsgroei betekent met eindige voorraden op onze planeet.
Vanaf de jaren ‘80 is onze (financiële) welvaart enorm gestegen. Volgens het IMF, dat tweemaal per jaar haar World Economic Outlook publiceert, staat Nederland in de top 15 rijkste landen ter wereld. Maar sindsdien is ook onze mondiale voetafdruk gemiddeld ruim drie keer groter geworden dan wat ons ‘eerlijke aandeel van de aarde’ zou zijn. Daarnaast profiteren steeds minder mensen van onze gezamenlijke welvaart en begint het huidige systeem ook in welvarende landen pijn te doen doordat mensen zich meer dan ooit gestrest, vervreemd, onzeker, eenzaam, depressief en bezorgd over hun toekomst voelen.
Economie transitie
Het verbeteren van hoe onze samenleving werkt en het vormgeven van onze toekomst, vraagt om verandering van ons economisch denken en handelen. Het creëren van een economietransitie is zowel een innovatief als veranderkundig vraagstuk, waarbij zowel de realisatie van zichtbare oplossingen als de creatie van onzichtbare veranderingen nodig zijn.
Bij verduurzamingsvraagstukken wordt vaak alleen gekeken naar instrumentele innovatie, naar concrete oplossingen en (product)innovaties. En waar deze absoluut nodig zijn, zal het onvoldoende zijn om een daadwerkelijke economietransitie te realiseren. Hiervoor is namelijk sociale innovatie nodig.
Sociale innovatie omvat andere manieren van denken en kijken naar wat onze economie is en wat het moet opleveren (zie ook de volgende paragraaf). Vanuit een breed perspectief op wat we als samenleving van waarde vinden, kunnen we gezamenlijk tot een andere visie op onze economie en toekomst komen. In de afgelopen jaren zijn er veel nieuwe economische denkers opgestaan die evenzoveel nieuwe economische concepten gebaseerd op andere principes en waarden dan de gebruikelijke hebben ontwikkeld, denk bijvoorbeeld aan de ‘Betekeniseconomie’ van Kees Klomp, de ‘Economy for the Common Good’ van Christian Felber en de ‘Donuteconomie’ van Kate Raworth, maar ook ‘Poor Economics’, ‘ecologische economie’, ‘Degrowth’ en ‘Social Capitalism’. Met de veranderende kijk op onze economie, geven veel van deze nieuwe economische denkers aan dat economische ontwikkeling, gemeten als groei van het BBP, geen doel op zich meer zou moeten zijn omdat de focus op de creatie van financiële waarde niet per se welvaart en welzijn voor iedereen met zich meebrengt. Of, zoals Robert Kennedy het reeds in 1968 verwoordde ‘GDP: ‘measures everything except that which is worthwhile’.
Sociale innovatie richt zich ook op de ontwikkeling van samenwerkingen en structuren om tot nieuwe keuzes te komen. Hieronder vallen ook de ontwikkeling van nieuwe besluitvormings- en machtsstructuren en de aanpassing van bestaande instituten en structuren. Alles met het doel nieuwe keuzes vanuit een zo breed mogelijk perspectief te maken.
Hoe de nieuwe economie er uiteindelijk precies uit zal komen te zien weten we nog niet. Deze vormt zich door de keuzes die we dagelijks met elkaar, als samenleving, maken. Burgers, bedrijven, overheden, onderwijs, maatschappelijke organisaties, media en politici: in een democratisch land mag iedereen (mee)bepalen hoe onze toekomst eruitziet en wat we als ‘het nieuwe normaal’ willen gaan beschouwen. Het wordt namelijk pas écht een nieuwe economie wanneer deze inclusief wordt, door de stemmen die eerder niet of onvoldoende werden gehoord mee te laten doen in het vormen van onze gezamenlijke toekomst. Zo gaat verandering naar een economie voor de 21e eeuw hand in hand met democratische vernieuwing.
Daarom is het goed om te zien hoeveel initiatieven, die geïnspireerd zijn door één of meerdere van deze nieuwe manieren van denken over onze economie, al doende, experimenterend en lerend in de dagelijkse praktijk worden gebracht. Bijvoorbeeld de transformatieprocessen naar circulaire ketens, aanpak van industriële decarbonisatie (reductie van CO2) en de ontwikkeling van ESG (Environment, Social en Governance)-criteria en -verslaglegging in het bedrijfsleven. Maar ook de ontwikkeling van een Nationale Monitor Brede Welvaart door het CBS, een Donutcoalitiestrategie of een Global Goals-aanpak door gemeentes als Amsterdam of Utrecht, de ontwikkeling van energiecoöperaties voor onze energietransitie, het starten van ecodorpen en -wijken, de ontwikkeling van (participatieve) wijkplatforms of stadsbewegingen voor stimulans van particulier initiatief of het stimuleren van het burgerberaden.
Economische Waarden
Bij het creëren van een nieuwe economie gaat het erom andere keuzes te maken dan dat we tot nu toe gedaan hebben, ons anders te gedragen en hierdoor tot andere oplossingen te komen (Zie ook ons artikel ‘De economietransitie: Samenwerken aan een betere samenleving‘). Economie draait om ons gedrag en daarmee om leiderschap.
Zonder dat wij het vaak beseffen kenmerkt ons economische denken en doen door met name masculiene waarden. Dit omvat waarden als bijvoorbeeld competitie, ratio, resultaat/doelgericht en focus op ratio. Deze manier van denken heeft er toe geleid dat we deze waarden aannemen als de norm waaraan we economische keuzes relateren. Ons economische gedrag kenmerkt zich eveneens door masculiene waarden: Daadkrachtig, doelgericht en (vaak) op korte termijn gericht sturend handelen wordt kwalitatief als beter ervaren.
In een feminiene samenleving of economie wordt aandacht gegeven aan samenwerking, de zintuigelijke kant, het streven naar nut voor algemeen belang en de ontwikkeling van waarde in brede zin. Feminien gedrag uit zich door de nadruk op menselijk contact en relaties, op het aangaan van (diepere) verbinding en de focus op het proces in plaats van de uitkomst. Al enige tijd is er in de westerse samenleving een feminiseringstrend gaande. Met meer aandacht voor feminiene waarden gaan we meer eer ontlenen aan samenwerken en delen in tegenstelling tot wedijver en presteren. Nieuwe (digitale) technologie is hier enorm behulpzaam bij door de nieuwe en grensoverschrijdende manieren waarop er samengewerkt kan worden.
Een nieuwe economie creëren draait om het vinden van een nieuwe balans tussen deze waarden, zowel in ons denken als ons doen.
De Routes
Ons economisch systeem ligt op verschillende plekken zichtbaar en onzichtbaar verankerd in onze samenleving. In onderstaande grafische weergave hebben we de belangrijkste onderdelen bijeen gebracht en zijn we tot zes hoofdonderdelen gekomen.
Lees meer over de zes onderdelen via onderstaande links.