Elke regio telt!
Het rapport ‘Elke regio telt!‘ stellen de adviesraden de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli), de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) dat er door beleidskeuzes van de overheid te grote verschillen zijn ontstaan tussen hoe goed het gaat met regio’s.
“Hoewel Nederland relatief klein is, kent ons land aanzienlijke regionale verschillen. Die verschillen zijn er in landschappelijk en cultureel opzicht, maar ook als het gaat om de kansen die mensen hebben om een passende baan te vinden, om onderwijs te volgen op een goed bereikbare locatie en om gezond oud te worden. Bepaalde gebieden in Nederland, veelal gelegen buiten de economische centrumgebieden, hebben te maken met een stapeling van achterstanden op één of meer aspecten. Deze situatie is niet nieuw, maar de ongelijkheid neemt de laatste jaren verder toe.”
Om zicht te krijgen wat er leeft in regio’s buiten de economische kerngebieden zijn er vijf ’voorbeeldregio’s’ onderzocht: de Veenkoloniën, Parkstad Limburg, Twente, de Kop van Noord-Holland en Zeeuws-Vlaanderen. De mate van aandacht die het Rijk heeft voor de regio’s, is in kaart gebracht door middel van de hoeveel rijksgeld er bij de regio’s binnenkomt. Het was de onderzoekers opgevallen dat rijksinvesteringen in de praktijk vooral ten goede komen aan de economische kerngebieden en stedelijke regio’s in het land. Oftewel: aan gebieden waar volop kansen liggen, omdat ze zijn aangehaakt op de wereldeconomie.
Het jarenlange idee is dat het vergroten van (ed. financiële) welvaartsgroei in economisch sterke regio’s, óók voordeel oplevert voor zwakkere regio’s. Maar we weten ook dat dergelijke ’trickle-down effecten’ in praktijk vaak niet werken: “De groeiende achterstanden van de periferie op de economisch welvarende regio’s in ons land zijn principieel niet meer te rechtvaardigen. ‘Omdat ze de kansen van mensen op een gezond leven en op deelname aan de samenleving beperken,’ stellen drie adviesraden. Essentiële voorzieningen in de regio’s brokkelen gelijktijdig af: basisscholen gaan dicht, huisartspraktijken verdwijnen, winkels sluiten hun deuren, bushaltes worden opgeheven.’
Echter, wanneer brede welvaart structureel ongelijk verdeeld is, heeft dit consequenties voor het vertrouwen dat inwoners van minder bedeelde regio’s hebben in de overheid en overheidsinstanties. Al langere tijd zijn hier dagelijks de tekenen zichtbaar van. Dit heeft als gevolg dat veel mensen die in dergelijke regio’s wonen zich nauwelijks meer in de rijksoverheid herkennen. Ze hebben het gevoel dat het Rijk geen recht doet aan wat zij belangrijk vinden en wat hun regio nodig heeft. Zij voelen zich niet gezien, laat staan begrepen. Op den duur kan een gebrek aan vertrouwen en betrokkenheid onze democratie schade aanrichten en ondermijnen.
De EU voert al geruime tijd gericht investeringsbeleid om regio’s binnen de EU-lidstaten te ondersteunen in de ontwikkeling van hun brede welvaart en om de verschillen tussen regio’s te verkleinen. Hiertoe zijn subsidiestromen die vanuit de EU naar de onderzochte Nederlandse regio’s gaat in kaart gebracht.
De Nederlandse regering is in 2018 gestart met Regio Deals. In de Regio Deals werken Rijk en regio samen aan een betere woon- en leefomgeving voor bewoners en ondernemers in de regio. Ondanks dat de Regio Deals een katalysator zijn om de bestuurlijke samenwerking in de regio van de grond te krijgen, zijn ze van te korte duur zijn om blijvend effect te kunnen sorteren, stellen de onderzoekers. Instrumenten als de Regio Deals zorgen tijdelijk voor een impuls, maar kunnen volgens betrokkenen niet het verlies van permanente voorzieningen compenseren.
Conclusie van het rapport was dat er sprake is van een stapeling van onwenselijke bredewelvaartsverschillen tussen regio’s in Nederland en dat er daarom in de volle breedte van het overheidsbeleid meer
aandacht en ruimte voor de structurele ontwikkeling van regio’s nodig is. Alleen dan kan er sprake zijn van een toekomst met brede welvaart, in élke regio in Nederland.