De Economietransitie: Samenwerken aan een betere samenleving

Onlangs las ik het boek ‘De eeuw van mij vader’ van Geert Mak. Hierin beschrijft hij, met mooie verwevenheid van zijn familiehistorie, de geschiedenis van Nederland in de 20e eeuw. In zijn verhaal wordt zichtbaar hoe ons land zich in die honderd jaar heeft ontwikkeld. In cultureel, maar ook economisch opzicht. Hoe ons land zich ontplooide van een 18e-eeuwse samenleving in het begin van de 19e eeuw, via de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, de welvaartsprong in de jaren 50, de industrialisatie in de jaren 60 tot de moderne maatschappij aan het einde van de eeuw .

 

Innovatie van onze economie

Sinds deze eeuw is er echter iets veranderd. De logische relatie tussen welvaart en vooruitgang is er niet meer. Waar Geert Mak aan het einde van zijn boek stelde dat ‘ons land rijk en roerloos op een spiegelgladde zee dobbert’, is daar nu geen sprake meer van. Wij welvarende Nederlanders zijn ons in de afgelopen decennia steeds meer zorgen gaan maken over de negatieve gevolgen waarop we die welvaart aan het vergaren zijn. Meer welvaart gaat tegenwoordig ‘ten koste van’ mens en natuur, en dat is geen vooruitgang.

En van geld, dat ruilmiddel wat vroeger schaars was en waarop de focus van onze welvaart al die tijd heeft gelegen, is er inmiddels meer dan genoeg. ‘Het ligt alleen scheef verdeeld en we gebruiken het niet meer om ‘vooruit’ te komen’, zegt Dirk Bezemer in zijn boek ‘Het land van kleine buffers’. ‘Financiële vermogens groeien ten koste van innovatie, veerkracht en draagvlak. De staatsschuld moet altijd maar lager waardoor het geld zich ophoopt bij aandeelhouders, de staat en in de internationale financiële markten. Dit alles ten koste van lonen en financiële buffers bij huishoudens.’

Waarom de lonen de afgelopen 40 jaar niet zijn meegegroeid met de enorme economische groei die heeft plaatsgevonden, onderzochten ook Sander Heijne en Hendrik Noten in hun boek ‘Fantoomgroei’. Hun zoektocht komt uit bij de vraag wat voor wereld we wensen voor onze kinderen, want ze ervaren door alle initiatieven en verhalen die ze tegen komen, dat brede waarde, samenwerking en de rol van het klimaat wel degelijk een andere plek in onze economie kunnen krijgen.

De uitdagingen van deze tijd vragen om met een frisse blik naar onze samenleving te kijken en tot keuzes te komen die passen bij de huidige context. Duurzame keuzes die weer tot vooruitgang leiden zonder de negatieve consequenties die het nu op mens en milieu geeft. Deze tijd vraagt om innovatie van onze economie. Dat klinkt wellicht makkelijker dan je op het eerste gezicht denkt. Want ons economische systeem, wat is dat eigenlijk? En hoe verander je dat dan?

 

Zeg je economie, zeg je democratie

Economie gaat over ons gedrag. Over hoe we keuzes maken om wensen die we hebben in te vullen, vooral als het met inzet van (schaarse) middelen moet. Want je kunt niet alles hebben. En ondanks dat de focus vooral op de beschikbare hoeveelheid geld is komen te liggen, is dat niet het enige schaarse middel dat we hebben. Ook de hoeveelheid tijd die je hebt om je wens te realiseren, je bekwaamheid om het voor elkaar te krijgen (en de kwaliteit die je aldus verlangt) of natuurlijke hulpbronnen zijn schaarse middelen.

Economie gaat hiermee ook over hoe we ons, al dan niet bewust, laten beïnvloeden om tot beslissingen te komen. Door onze eigen, individuele psychologische factoren en door sociologische en antropologische factoren die over ons gedrag gaan in relatie tot groepen, samenlevingsverbanden en culturen waarin we ons bevinden.

Sander Heijne en Hendrik Noten omschreven het als ‘ …economie is niets meer of minder dan het vermogen van een groep mensen om samen een probleem op te lossen. En deze samenwerking begint met de keuze welke problemen prioriteit krijgen.’ Gevolgd door: Wie bepaalt welke problemen prioriteit krijgen?

Daarmee gaat een economietransitie ook over onze democratische samenwerking, leiderschap en macht. Want wie mag (mee)bepalen hoe onze toekomst eruit moet komen te zien?

 

Gestolde oude keuzes

Overal in onze samenleving zijn keuzes die in de afgelopen eeuwen gemaakt zijn als een geoliede machine ‘gestold’ in ons economische systeem. Het duidelijkst is het zichtbaar in tastbare zaken zoals in wet- en regelgeving, in instituties en werkwijzen. Maar nog meer heeft het zich vast gezet in de minder zichtbare plekken van onze mindset en cultuur.

Ook de door Geert Mak geschetste Nederlandse samenleving en economisch denken werkt nog door in onze huidige maatschappij. Nog meer invloed ondervinden we van de denk- en werkwijze uit de jaren 80. De tijd waarin de (schijnbare tegenstelling van) economisch groei én overheidsbezuinigingen de standaard oplossing wordt. En het vrije marktdenken als nieuwe religie wordt geïntroduceerd.

Onze economie is onze samenleving geworden.

Het beïnvloedt hoe we wonen, werken, recreëren, consumeren en leven. En waar we dol zijn op vernieuwing en verandering, zijn we er voor ons economische systeem nog niet erg happig op. Want ondanks de negatieve sociale en ecologische consequenties, zijn we ons er nog niet altijd bewust van dat we hier een rol in te vervullen hebben.

Of hebben we het misschien wel té goed om hier iets aan te willen veranderen?

 

Kompas voor de economietransitie

‘Als je wilt weten waar je naar toe wilt, moet je weten waar je vandaan komt’, luidt een antropologische spreuk. Wanneer je ons economische systeem wilt wijzigen, is het niet alleen goed om te kijken waarin het gestold is geraakt, maar vooral naar de manier waarop dat is gebeurt: Wie maakten de keuzes en hoe werden die keuzes gemaakt?

Wanneer je de geschiedenis van ons economisch denken er op na slaat, zie je dat ons economisch denken is gevormd door mannen als Adam Smith, John Stuart Mill, Keynes en Friedman en Hayek.

Zonder dat wij het wellicht beseffen kenmerkt ons economische denken door masculiene waarden[1][2]. Belangrijke waarden zijn bijvoorbeeld competitie, ratio, resultaatgerichtheid en korte termijn. Deze manier van denken heeft er toe geleid dat we deze waarden aannemen als de norm waaraan we economische keuzes relateren. Ons economische gedrag kenmerkt zich eveneens door masculiene waarden:  Daadkrachtig, doelgericht en (vaak) op korte termijn gericht handelen wordt kwalitatief als beter ervaren.

In een feminiene samenleving of economie wordt aandacht gegeven aan samenwerking, de zintuigelijke kant, het streven naar nut voor algemeen belang en de ontwikkeling van waarde in brede zin. Feminien gedrag uit zich door de nadruk op menselijk contact en relaties, op het aangaan van (diepere) verbinding en de focus op het proces in plaats van de uitkomst. Al enige tijd is er in de westerse samenleving een feminiseringstrend gaande. Met meer aandacht voor feminiene waarden gaan we meer eer ontlenen aan samenwerken en delen in tegenstelling tot wedijver en presteren. Nieuwe (digitale) technologie is hier enorm behulpzaam bij door de nieuwe en grensoverschrijdende manieren waarop er samengewerkt kan worden.

Voor een nieuwe economie die zorgt voor een stabiele, doch zich verder ontwikkelende samenleving, is het de kunst een nieuwe balans tussen deze waarden te vinden in ons denken en handelen: Daar waar nu teveel van het een is, moet ruimte komen voor de andere kant en vice versa. Voor een rechtvaardige, bestendige en ook voorspoedige ontwikkeling van onze maatschappij op deze kleine bol in het universum, zouden deze waarden uiteindelijk in balans moeten zijn. Maar daar moet eerst nog wat voor gebeuren.

 

Een economie voor de 21e eeuw

‘Sinds vrouwen het mannenbolwerk van de economische wetenschap openbreken, wordt de economie menselijker, duurzamer en minder abstract. ‘Vrouwelijke economen hebben door dat economie een sociale wetenschap is en geen toegepaste wiskunde.’, schreef de Groene Amsterdammer[3]. En ook: ‘Vrouwen hebben meer oog voor de mensen en het milieu achter de statistieken getuige de werken van Raworth, Mazzucato of Kelton.’

Verandering naar een nieuwe economie betekent dat we naar meer en andere criteria gaan kijken waarop we onze keuzes gaan baseren. Het feit of iets een prijskaartje heeft, dus uit te drukken is in geld, is niet meer het enige van belang[4]. Zo kunnen we rekening gaan houden met al die waardevolle middelen die niet uit te drukken zijn in geld, maar inmiddels wél schaars zijn geworden: aandacht, kwaliteit van leven en een gezonde planeet.

Verandering naar een nieuwe economie betekent ook dat we de manier waarop we deze vorm gaan geven anders gaan aanpakken: meer in samenwerking met elkaar, inclusief, in plaats van door een exclusieve groep die het voor de rest van ons bepaald. Zo gaat verandering naar een economie voor de 21e eeuw hand in hand met democratische vernieuwing.

 

 

[1] Zie ook ons nieuwsbericht van 19 mei 2021

[2] https://www.cidse.org/nl/2020/11/09/what-if-the-economy-was-female/. De socioloog Simmel merkte op dat de machtspositie die mannen in onze samenleving innemen, resulteert in de veralgemening van mannelijke normen, alsof ze verwijzen naar de hele mensheid.

[3] https://www.groene.nl/artikel/wie-kookte-voor-adam-smith ; https://www.groene.nl/artikel/het-is-tijd-voor-een-minister-van-financien-in-bloemenjurk

[4] The Future Institute – Roadmap to Venus: Door feminisering van de markt en samenleving verandert de rol van geld, merken, reclame en businessmodellen dramatisch (2008)